De verlichting van auto's is een belangrijk onderdeel voor de veiligheid op de weg. Daarom besteden fabrikanten en wetgevers veel tijd om autolampen veiliger, slimmer en zuiniger te maken. Het uitgangspunt is dat er voor alle omstandigheden een geschikte modus voor uw lampen is. Zo zijn alle deelnemers van het verkeer goed zichtbaar en is dus de weg een stuk veiliger. Het nadeel van al deze innovaties, is dat niet iedereen weet wat alle verlichting op hun auto precies doet. Daarom hebben we een mooi overzicht gemaakt.
Alle autoverlichting symbolen
Automatische verlichting
Sinds 2020 moeten nieuwe auto's automatische verlichting hebben. Automatische auto verlichting schakelt zelf de juiste lampen in voor de omstandigheden. Meestal zijn dit de dagrijlichten. Als het donker is of regent, schakelt het systeem over naar de dimlichten.
Toch is het belangrijk om ook zelf goed op te letten dat de juiste lampen aan staan. Niet alle sensoren zijn even goed in het detecteren van regen. Bovendien kunnen sensoren mist (nog) niet betrouwbaar detecteren.
Dagrijlicht
Dagrijlicht is verplicht op alle auto's die na 2011 zijn gemaakt. Het springt aan als u de auto start. In principe hoeft u in Nederland overdag geen verlichting aan te hebben, maar het kan het aantal ongelukken met wel 10% verlagen. (SWOV, 2018)
Let wel op, bij veel auto's met dagrijlicht, gaan de achterlichten niet automatisch aan. Dat betekent dat u bij slecht zicht niet goed zichtbaar bent voor achterliggers. Schakel dus uw dimlichten aan als het donker of mistig is, of als het regent.
Het dagrijlicht is de strip LED-verlichting aan de rand van de koplamp. Omdat het LED-lampen zijn, gaan ze lang mee en verbruiken ze weinig stroom. Dit is ideaal voor lampen die in principe altijd aan staan.
Dimlicht
Het dimlicht is de verlichting die u standaard moet gebruiken in het donker. U mag het bij slecht zicht ook overdag gebruiken, bijvoorbeeld bij regen of lichte mist, of als u door een tunnel rijdt. Als u het dimlicht inschakelt, staan de koplampen, achterlichten en de kentekenverlichting aan. Het is dan ook belangrijk dat het dimlicht goed is afgesteld. De bundel hoort een beetje naar de rechter berm gericht te zijn.
Het dimlicht zit vaak aan de buitenkant van de koplamp.
Stadslicht
Misschien heeft u er wel van gehoord, maar het nog nooit gebruikt. Stadslicht schakelt u in als uw auto langs de weg geparkeerd staat. Het is dus eigenlijk een parkeerverlichting, waarbij de achterlichten, kentekenplaatverlichting en 2 kleine lampen aan de voorkant aan staan. Zo is uw auto zichtbaar, maar het wegdek er omheen niet, zodat niemand erdoor wordt verblind.
Groot licht
Het groot licht is de felste verlichtingsstand die uw auto heeft. Hierbij branden uw voorste lampen ongedimd. Het groot licht staat naar voren afgesteld en verlicht het wegdek tot wel 100m voor u uit. Dit is heel fijn als u over onverlichte wegen rijdt. Het nadeel is dat het groot licht verblindend is, zowel voor iemand die voor u rijdt, als voor tegenliggers. U mag het daarom niet gebruiken als iemand op u af rijdt, of als een andere weggebruiker binnen 50 meter voor u rijdt. Ook bij spoorwegovergangen moet u het groot licht uitschakelen.
Veel nieuwe auto’s hebben een automatisch groot licht. Dit schakelt zichzelf uit als het een andere weggebruiker detecteert. Als uw groot licht automatisch uitschakelt, staat er een A bij het symbool op uw dashboard. Afhankelijk van hoe nieuw uw auto is, kan de detectie minder goed werken. Let dus ook zelf op of uw groot licht op tijd uitschakelt.
Mistlicht
De mistlampen gebruikt u alleen als er dichte mist is, met zicht van minder dan 200 meter. De achterste mistlampen mag u alleen gebruiken als het zicht minder is dan 50 meter. Het is een krachtige bundel die iets naar beneden gericht is, zodat het onder mistbanken door schijnt. Staan de mistlampen aan? Zet het groot licht of dimlicht uit, dit wordt namelijk weerkaatst door de mist en kan u verblinden.
Veelgestelde vragen over autoverlichting symbolen
Welk teken is dimlicht?
Het dimlicht symbool op uw dashboard ziet eruit als een lamp met stralen die naar beneden wijzen. U vindt het symbool in de afbeelding hierboven.
Wat is het verschil tussen dim- en stadslicht?
Het dimlicht is het licht dat u 's avonds gebruikt. Hierbij staan de koplampen en achterlichten aan, de koplampen wijzen iets naar beneden, om het wegdek voor u te verlichten en tegenliggers niet te verblinden. Stadslicht gebruikt u als de auto langs we weg staat. Alleen uw kentekenverlichting, achterlichten en 2 kleine lampjes voor branden.
Hoe zet ik het dimlicht aan?
Dit verschilt per auto. Uw auto heeft een draaiknop of een hendel aan het stuur. Bij een draaiknop, draait u de knop zodat deze naar het dimlicht wijst. Bij een hendel draait u het topje van de hendel, totdat de pijl naar het dimlicht symbool wijst. Het dimlicht symbool is een lamp met stralen die iets naar beneden wijzen.
Hoe kan ik het verschil zien tussen grootlicht- en dimlicht lampen?
Het dimlicht is iets naar beneden afgesteld, zodat het alleen het wegdek voor u verlicht en niemand verblindt. U ziet dit ook aan het dimlicht symbool, waarbij de stralen naar beneden wijzen. Bij het grootlicht symbool, wijzen de stralen recht naar voren. Het grootlicht heeft een veel bredere, fellere straal. Zo ziet u verder voor u uit en ziet u ook beter wat er langs de weg gebeurt.
SWOV (2018). Openbare en voertuigverlichting. SWOV-factsheet, juli 2018, SWOV, Den Haag.
